Het Gebouw

Het in 1848 gereed gekomen kerkgebouw kreeg de naam:
Nieuwe Kerk
THA 0281

Voorheen stond op dezelfde plaats een grote kathedraal,
zoals hiernaast afgebeeld  

De kathedraal is helaas afgebrand in 1832.

In juli 1835, tweeëneenhalf jaar na de brand, begonnen de werkzaamheden voor een nieuwe kerk. Omdat de architect, die het werk had aangenomen, failliet ging, lag de bouw lange tijd stil. Deze kerk, genaamd Nieuwe Kerk, is in 1848 in gebruik genomen. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de kerk beschadigd. Herstel volgde, maar algehele restauratie bleef onvermijdelijk. 

THA 0279
De Hervormde gemeente, eigenares van de kerk, kon vanwege de zware financiële lasten de Nieuwe Kerk niet langer onderhouden. In 1971 werd het gebouw gesloten. De Nieuwe Kerk ging zienderogen achteruit nadat ramen waren ingegooid en wind en regen vrij spel kregen. Een oplossing kwam in 1977.

Het gebouw ging over naar de Stichting Oude Zeeuwse Kerken. Deze liet het gebouw, met financiële steun, in fasen restaureren in de jaren 1978-1988. Als een fraai voorbeeld van 19e eeuwse kerkelijke architectuur vormt de Nieuwe Kerk een bijzonder object in een monumentenstad zoals Zierikzee. Op 16 april 1988 werd het gebouw feestelijk in gebruik genomen.

Door allerlei omstandigheden was een nieuwe restauratie van het exterieur en het interieur noodzakelijk. Deze werd aangegrepen om een andere inrichting van het gebouw te verwezenlijken met behoud van vele oorspronkelijke elementen. Het op deze wijze vernieuwde en gerestaureerde kerkgebouw werd op 9 april 2014 opnieuw in gebruik genomen door prof.mr. P. van Vollenhoven.

Het Orgel

DSC 0015

Toen het eind van de bouw van de Nieuwe Kerk in zicht kwam, beraadde de kerkvoogdij zich op de aanschaf van een orgel. Als eerste gegadigde voor het vervaardigen van een nieuw instrument meldde in 1846 orgelbouwer C.F.A. Naber uit Deventer zich. Hij diende een bestek in voor een orgel met drie klavieren en

39 registers, voor de prijs van ƒ 17.865,= , een bedrag dat de kerkvoogden aan de hoge kant vonden.

De kerkvoogdij oriënteerde zich verder en zo ontvingen de orgelmakers Kam en Van der Meulen in Rotterdam een uitnodiging tot het indienen van een bestek. Een plan van de firma Bätz & Co voor een tweeklaviers orgel met 27 registers tegen een aanneemsom van ƒ 16.500,= kon niet rekenen op instemming van de kerkbestuurders en op een aanbod van de orgelmaker J.A. Mennes uit Middelburg ging men niet eens in.

Uiteindelijk is het bij het nemen van een beslissing gegaan tussen een ‘afgeslankt’ plan van Naber - een tweeklaviers orgel met 35 registers en vrij pedaal, opgesteld in één kast, voor de prijs van ƒ 14.075,=, en het bestek van Kam en Van der Meulen, dat voorzag in een eveneens tweeklaviers orgel, maar dan met 33 registers, tegen de iets lagere prijs van ƒ 13.600,=. De kerkvoogdij zou halverwege de werkzaamheden ƒ 5.000,= betalen, eenzelfde bedrag bij de oplevering en daarna het restant in tien jaarlijkse termijnen.
DSC 0039
De bouwtijd van het orgel was kort: in juni 1847 verstrekte de kerkvoogdij de opdracht en op zondag 5 november 1848 vond de ingebruikneming plaats.
Niet alleen de organist Samuël de Lange uit Rotterdam en de nieuwe organist van de Zierikzeese kerk, Gerrit Overman, zijn vol lof, ook de pers schrijft bewonderend over ‘het eenvoudig smaakvolle uiterlijk’ en ‘den welluidende krachtigen toon’, die het hoogst gebrekkige zingen der gemeente voorzeker zeer zal verbeteren’.
Het ‘eenvoudig smaakvolle uiterlijk’ was, in overeenstemming met de stijl van het kerkgebouw, classicistisch en is in de oorspronkelijke vorm bewaard gebleven.
Het orgel is inmiddels eveneens fraai gerestaureerd.

Meer informatie over de geschiedenis van de Nieuwe Kerk en het Kam & van der Meulen orgel is te lezen in het boekje ‘De Nieuwe Kerk te Zierikzee’ van de hand van H. Uil, ISBN 90-9002170-1 (40 blz).

Dit boekje is voor € 4,50 (incl. verzendkosten) te bestellen via het contactformulier.